2019
De Amelander Musea zetten elke maand een object uit de collecties van de musea in het zonnetje. Dit Museumstuk van de Maand wordt telkens als eerste gepubliceerd op de site van Persbureau Ameland, waarmee de Amelander Musea voor deze rubriek samenwerken.
De spullen van Zoe
Op de foto’s zien we een meisje dat wat verbaasd naar alle gebeurtenissen om zich heen kijkt. Ze moet een scheepsbel bewonderen en een fles champagne tegen een scheepswand gooien. Zoe Vago is de dochter van Pierfrancesco Vago, een van de topmannen van Mediterranean Shipping Company, en Alexa Aponte, de financieel directeur van de groep. Zoe is vier jaar oud als op 2 augustus 2015 in Hamburg het op dat moment grootste containerschip ter wereld haar naam krijgt.
Iets meer dan drie jaar later, op 2 januari 2019, verliest de MSC Zoe in stormachtig weer boven de Waddeneilanden een deel van haar lading. Uit gescheurde containers komen zoveel voorwerpen van plastic en kunststof los dat je er een klein warenhuis mee zou kunnen vullen. In de dagen erna spoelen die aan op de Waddeneilanden en zijn honderden vrijwilligers en ambtenaren dagenlang in touw om de ergste troep op te ruimen. Over wat nog bruikbaar is hebben de eilanders zich ontfermd. Of het gaat naar goede doelen, zoals de honderden fleece-dekentjes die aanspoelden.
Het ligt niet in de aard van museummensen om moord en brand te schreeuwen. Door workshops met plastic afval in het Natuurcentrum en door voorwerpen van de MSC Zoe te exposeren in Museum Swartwoude in Buren kunnen we wel vragen oproepen.
Uit de aangespoelde voorwerpen hebben we een klein ensemble samengesteld waar meisjes als Zoe dol op zijn: een met hartjes versierde riem, slippers en een meisjestasje. Deze zijn als Museumstuk van de Maand te zien in Museum Sorgdrager.
De gebeurtenissen met de MSC Zoe waren voor het Wageningse onderzoeksinstituut Marin aanleiding om jongeren te vragen een schip voor de toekomst te ontwerpen. Dat leverde bruikbare ideeën op om milieurampen te voorkomen. Het is te hopen dat Zoe Vago, mocht ze in de voetsporen van haar ouders treden, die later in de praktijk zal brengen.
Op 6 juni is het precies 75 jaar geleden dat geallieerde troepen op de stranden van Normandië landden en daarmee het begin van het einde van de Nazi overheersing in Europa inluidden. De Tweede Wereldoorlog mag dan al bijna driekwart eeuw zijn afgelopen, de herinneringen eraan blijven levend. Ook op Ameland. In het Bunkermuseum in de duinen bij Hollum treft de bezoeker dit bord in een vitrine aan.
Dit Museumstuk van de Maand vertelt iets over hoe de Duitse soldaten leefden, en vooral hoe zij dachten. Voor de meesten van hen was Ameland een plek die zij zich wilden herinneren. Daarom lieten ze bierpullen en borden maken met afbeeldingen van het eiland.
Dat is een versie van het verhaal. Een andere versie is wat gedetailleerder. Borden als deze werden in opdracht van de Duitse legerleiding gemaakt door Tichelaar aardewerkfabrieken in Makkum. Ze waren bedoeld als kerstgeschenk voor soldaten die op Ameland gelegerd waren geweest en naar Duitsland waren teruggehaald. Per abuis waren ze naar Ameland gestuurd, waar ze moesten worden vernietigd. Enkele zijn bewaard gebleven, waaronder dit exemplaar.
Wie wordt gedwongen in een geografisch begrensd gebied te wonen, moet teruggrijpen naar normale menselijke omgangsvormen om de situatie een beetje draaglijk te houden. Op Ameland was het niet anders. De Duitse soldaten, van wie de meesten ook maar gestuurd waren, en bevolking vonden een modus om met elkaar om te gaan. De Duitsers betaalden gewoon voor de diensten die zij van de eilanders afnamen. Veel soldaten moesten niets van de Nazi’s en de oorlog hebben. Eén van hen, Ernst Witte, waarschuwde de Amelanders tegen het einde van de oorlog zelfs om hun radio’s te verbergen omdat er een razzia op komst was. Het is een klein menselijk verhaal uit een verschrikkelijke periode. Witte kwam na de oorlog geregeld als toerist terug naar het eiland. Hij was niet de enige.
Schoen uit verdronken dorp Sier
Een dorp dat zomaar in de zee verdwijnt, dat spreekt tot de verbeelding. Maar wie de grillen van de natuur anno 2019 aan de westkant van Ameland volgt, kan zich er wel wat bij voorstellen. Stukken strand vallen in zee, er is afslag van duinen, strandpalen staan plots een meter hoger en bij storm komt de zee op sommige plaatsen tot achter de eerste duinenrij.
Tegenwoordig huur je schepen in die van tijd tot tijd miljoenen kubieke meters zand uit zee halen en die vervolgens vlak voor de kust en op het strand spuiten om de boel een beetje beheersbaar te houden.
Die technieken hadden de Amelanders twee eeuwen geleden niet en dus zat er voor de inwoners van het dorp Sier niets anders op dan hun boeltje te pakken toen de zee westelijk van Hollum, aan het einde van de huidige Badweg, steeds verder oprukte. Op een kaart uit 1731 staan de laatste twee huisjes van Sier getekend, maar even later waren die ook door de zee opgeslokt.
Zandopstuivingen en nieuwe afslag legden na de Tweede Wereldoorlog waterputten en andere restanten van het vroegere dorp Sier bloot. Dat leverde een groot aantal stille getuigen op van hoe de inwoners van Sier enkele eeuwen geleden leefden. In Museum Sorgdrager vind je kannen en kruiken, materiaal voor de visvangst en scharen en schaatsen. Maar het mooiste object is wellicht het restant van een schoen, die een Amelander enkele eeuwen geleden dag na dag om zijn voet knoopte om de kost voor vrouw en kinderen te verdienen. Die schoen is deze maand het Museumstuk van de Maand.
De spullen van de walbaas
Wanneer je dit jaar bij een lancering van de paardenreddingboot bent, moet je niet gaan roepen ‘houd de dief’ wanneer je iemand met deze riem met mes en het fluitje om de hals ziet lopen. Het ensemble ligt weliswaar dertig dagen per maand in een vitrinekast met zeemansspullen in het Maritiem Centrum Abraham Fock in Hollum, maar op de dag van de demonstratie van de paardenreddingboot doet de walbaas van de demonstratieploeg een greep in de vitrinekast, gordt de riem om en hangt de fluit om zijn nek.
Waar musea doorgaans erg zuinig op spullen die in vitrines worden tentoongesteld, doen we waar het de riem, het mes en het fluitje betreft – de Museumstukken van de maand april – niet zo moeilijk. Het zijn de enige stukken uit de collecties van de Amelander Musea die nog daadwerkelijk worden gebruikt.
De fluit is van het ensemble het belangrijkst. Iedereen die wel eens bij een lancering van de reddingboot was, kent het geluid en weet dat daarmee het commando wordt gegeven om de paarden de boot in zee te laten trekken. Het is de walbaas die op de fluit blaast. De walbaas is een van de belangrijkste functies in de demonstratieploeg. Hij is de regisseur van de demonstratie, let scherp op voorbereidingen en als het ultieme moment daar is, brengt hij de fluit naar zijn mond. Het mes, bedoeld om blokkerend touwwerk door te snijden, hoeft gelukkig nooit te worden gebruikt.
Het paradijs
Bij de laatste grote strandovergang van Ameland, die bij paal 21, hief ooit een Franse badgast de handen ten hemel toen hij het witte zand met daarachter de staalblauwe lucht zag. ’’C’est le paradis”, riep hij uit. Dat gevoel van in het paradijs te zijn spreekt ook uit enkele olieverfschilderijen die de Leeuwarder kunstenaar Wim van der Veer in het begin van de jaren ’80 van de vorige eeuw op Ameland maakte. Hij struinde vooral rond op het Oerd, liet het landschap op zich inwerken en probeerde daar uiting aan te geven op een manier waarop de expressionisten dat een halve eeuw eerder deden. Weliswaar niet zo uitbundig als de echte expressionisten - voor hen mocht een lucht best knalrood zijn - maar op sommige van zijn werkjes gaat het er best woest aan toe.
Op het schilderij waarmee de Amelander Musea de draad van het Museumstuk van de Maand weer oppakken is het landschap wat herkenbaarder. Het is typisch Amelands weer, wat wolken en genoeg zon om de kleuren van de duinen, het zand, de duinvalleien en de bosschages goed uit te laten komen.
We kozen voor een werk van Van der Veer - geboren in 1939, maar als kunstenaar anno 2019 nog steeds actief - omdat de Amelander Musea recent twintig ’Amelander’ werken van hem aan hun collectie konden toevoegen. Beeldende kunst is een van de speerpunten in het aankoopbeleid van het museum. Het Museumstuk van de Maand is te zien in Museum Sorgdrager. De andere werken worden op een later tijdstip geëxposeerd.