Friese kunstenaars op Ameland
Waar Groningse kinderen met kunstzinnige aspiraties al vanaf het einde van de negentiende eeuw in de stad Groningen kunstonderwijs konden volgen, moesten hun leeftijdgenoten in Friesland daar meer dan vijftig jaar op wachten. Pas in 1951 kreeg Leeuwarden een Friese Kunstnijverheidsschool. En het duurde nog zeven jaar voordat die opleiding verder werd geprofessionaliseerd en de Academie voor Beeldend Kunstonderwijs Vredeman de Vries haar deuren opende. Vierendertig jaar later kwam daar een einde aan toen de commissarissen van de Koningin Hans Wiegel (Friesland) en Henk Vonhoff (Groningen) in het zogenoemde Herenakkoord overeenkwamen dat de kunstvakopleidingen zouden verhuizen naar Groningen.
De twaalf Friese kunstenaars van wie Amelander werk in voornamelijk de collectie van de Amelander Musea is opgenomen, kregen hun opleiding ver voordat in Friesland het eerste kunstonderwijs werd gegeven. Opvallend is dat van de zeven beroepskunstenaars van wie op Ameland gemaakt werk in de collectie van de musea is opgenomen, alleen Wim van der Veer een (avond)opleiding volgde aan de Academie Minerva in Groningen. Jan Murk de Vries en Jaap van der Meij kregen hun opleiding aan de Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijs in Amsterdam, of een opvolger daarvan. Johan Hemkes leerde het tekenen op het Haags tekeninstituut in Den Haag. Andries van der Sloot studeerde aan de Academie van beeldende kunsten in Den Haag, Jan Stroosma en Jaap van der Meij leerden het vak op de Academie van beeldende kunsten in Amsterdam. Het lag in de eerste helft van de vorige eeuw kennelijk meer voor de hand dat Friese kunstenaars in spé naar het westen van het land trokken dan naar Groningen. Hierbij moet wel worden aangetekend dat de uit Amelander ouders geboren Jaap van der Meij in Amsterdam opgroeide en in dit boek bij de Friese kunstenaars is ondergebracht, omdat hij een groot deel van zijn leven in Oud Beets en Katlijk woonde en werkte.
Overigens kenden de meeste kunstenaars die hier worden beschreven elkaar. Twee van de vijf autodidacten - Bouke van der Sloot en Bonne Dijkstra - kregen les. van Andries van der Sloot. Ook van Simon Kamminga is bekend dat hij omgang had met Andries van der Sloot. A.M. van Essen, de hovenier uit Leeuwarden, blonk op de lagere school en het gymnasium al uit in tekenen.
Nicolaas Huppes was een alleskunner op het gebied van de kunst. Zijn creativiteit bleek al op de Ambachtsschool. Piet van der Hem schoolde hem verder bij.
Bonne Dijkstra
Bonne Dijkstra heeft in de naoorlogse jaren tot ongeveer 1980 geregeld vakanties op Ameland doorgebracht. In de eerste periode vooral in het Kooihuis , later in een woning aan de Nesserweg in Ballum. De Heerenveense kinderarts werd vooral na zijn pensionering actief als kunstenaar. Bekend zijn zijn contacten met de schilder Andries van der Sloot, die Dijkstra nog wel eens van goede raad voorzag.
Johan Hemkes
De etser Johan Hemkes is niet een geregelde bezoeker van Ameland geweest. Dit valt althans niet uit zijn werk af te leiden. Bijna alle Amelander etsen, tekeningen en voorstudies zijn gemaakt in de zomer van 1931. In andere jaren maakte Hemkes wel etsen van het wad, vissersschepen op het wad en golven.
Simon Kamminga
Vanuit zijn woonplaats Berlikum in het Bildt trok Simon Kamminga de wijde omgeving in om er schetsen van het Noord-Friese landschap, de Waddenzee en de eilanden te maken. Veel van die schetsen werkte Kamminga thuis uit tot schilderijen, aquarellen en gouaches. Zijn meest beroemde werk is Tongerfleagen, een schitterend in pointillistische stijl geschilderde stier die brult tegen het naderende onweer.
Jaap van der Meij
Grote werken van beton uit de periode van de Wederopbouw maakten Jaap van der Meij bekend. Een deel van zijn werk in de openbare ruimte is op enkele plekken in Noord-Nederland nog te zien. Jaap van der Meij is in Amsterdam geboren uit Amelander ouders, de koopvaardijkapitein Jacob van der Meij en Sijtske Molenaar. De Amelander Musea hebben een wandplastiek in de collectie die Jaap van der Meij in 1963 in opdracht voor de nieuwe Rabobank van Hollum maakte. Een groot wandsculptuur dat hij maakte voor de Burgemeester Waldaschool is bij een verbouwing verdwenen.
Andries van der Sloot
Een ontmoeting met J.H. Beucker Andreae, directeur van Algemene Friesche Levensverzekeringsmaatschappij, ergens in het tweede decennium van de vorige eeuw, was een keerpunt in het leven van Andries van der Sloot. Beucker bezorgde Van der Sloot een plek op de Rijksacademie van beeldende kunsten in Den Haag, waar hij in de hoogte klas voor schilders werd toegelaten. Na twee jaar Den Haag vestigde Andries zich in 1919 in Leeuwarden als zelfstandig kunstenaar. In de jaren daarna was hij een van de weinigen - samen met onder anderen Ids Wiersma - die min of meer van de kunst kon leven. Andries van der Sloot maakte etsen en schilderen van dorpen, steden en landschappen.
Bouke van der Sloot
Bouke van der Sloot - zoon van Andries van der Sloot - is vooral bekend geworden: door zijn tekeningen en schilderijen van Friese landschappen en dorpen. Zijn stijl was mij of meer expressionistisch. waarin hij de traditie van de Bergense school met zijn aardse kleuren probeerde voort te zetten. Waar hij er vanaf week, koos hij altijd de kant van het figuratieve, nooit van het abstracte. "Het figuratieve boeit mij meer dan het abstracte", zei Van der Sloot eens. Al te abstract, is vaak onbegrijpelijk, oordeelde hij.
Jan Stroosma
De natuur en het waddengebied lagen de veelzijdige Leeuwarder kunstenaar Jan Stroosma na aan het hart. Jan Stroosma was al bijna dertig jaar oud toen hij besloot zich als kunstenaar verder te scholen aan de Rijksacademie van Beelden Kunsten in Amsterdam. Daar kreeg hij les van onder anderen Gé Röling en Jan Wiegers. . Om in zijn levensonderhoud te voorzien, ging Stroosma in 1963 aan de slag als docent aan de Academie Vredeman de Vries in Leeuwarden, een jaar later ook aan de Academie Minerva in Groningen. In die periode hoorden Henk Helmantel en Wim van der Veer tot zijn leerlingen.
Wim van der Veer
Wim van der Veer is een van de meest productieve schilders van Friesland. Hij moet duizenden schilderijen hebben gemaakt van vooral het Friese landschap, al werkte hij ook tijdens reizen in het buitenland. Het schilderen van scheepswerven en portretten zijn geliefde uitstapjes. In 2018 verwierven de Amelander Musea achttien olieverfschilderijen die Wim van der Veer aan het einde van de jaren '70, begin jaren '80 van de vorige eeuw maakte op Ameland. Op Ameland schilderde Van der Veer veel duinlandschappen 0p het Oerd.
Jan Murk de Vries
In het begin van de jaren '50 van de vorige eeuw maakte de Friese kunstenaar Jan Murk de Vries twee wandschilderingen in de hervormde kerk aan het Kerkplein in Nes. Hij verbleef geregeld bij Annie en Walraven Hofker en maakte op Ameland ook tekeningen en schilderijen van Amelander landschappen en dorpsgezichten.
Albert Meine van Essen
Albert Meine van Essen was rond het midden van de vorige eeuw hoofd van de Plantsoenendienst in Leeuwarden. Hij was de man die Leeuwarden groen maakte. Zijn liefde voor alles wat groeit en bloeit uitte hij ook in zijn schilderijen en aquarellen. Een impressionist van het zuiverste water, die zijn laatste levensjaren op het Landgoed De Eese bij Steenwijk woonde.
Nicolaas Huppes
De Leeuwarder kunstenaar Nicolaas Huppes bewoog zich in verschillende rollen zijn leven lang door de kunstwereld. Hij was handelaar, galeriehouder, verzamelaar van Aziatische kunst, porselein en keramiek en uiteindelijk hoofdrestaurateur van het Rijksmuseum in Amsterdam. Zijn verzameling vormde mede de basis voor het keramiekmuseum Het Princessehof in Leeuwarden. Als kunstenaar schilderde hij, ook op Ameland, in een figuratief-expressionistische stijl.
Jo Rispens
Jo Rispens werd in het Groningse Ulrum, oostelijk van het Lauwersmeer, geboren. Het Lauwersmeergebied was zijn habitat. Het grootste deel van zijn leven woonde en werkte hij aan de Friese kant. Rispens was een landschapsschilder. Later koos hij ook religieuze motieven voor zijn werk.